Zakje voor paaskoekjes
Wat heb je nodig?
- bruin inpakpapier of kaftpapier
- schaar
- lijmstift
- zwarte stift
- roze potlood
- meetlat
- wattenschijfjes
- bruin raffiatouw of -lint
- washitape (het liefst breed en dik)
- plakband (optioneel)
Hoe maak je het?
Stap 1
Knip een strook van 10 cm breed en 40 cm lang uit het bruine papier.
Stap 2
Vouw de strook dubbel in de lengte en kleef de lange zijden vast met washitape. Is je washitape niet dik of breed genoeg? Gebruik dan eerst gewone plakband en werk af met de washitape. Zo maak je je zakje ook steviger.
Stap 3
Teken een driehoek op de open zijde (dit worden de oren van je paashaas).
Stap 4
Knip de driehoek uit het papier, zodat je twee puntige oren krijgt. Teken met een zwarte stift de ogen en de neus van je paashaas in het midden van het zakje. Met een roze potlood kan je blozende wangen maken.
Stap 5
Maak de wattenschijfjes los en haal er wat plukjes uit. Kleef die met lijm vast op beide oren.
Stap 6
Maak een bolletje van wat plukjes watten. Je kan het eventueel lichtjes bevochtigen met water om een mooi bolletje te vormen. Kleef het bolletje vast met lijm op de andere kant van het zakje. Zo maak je de staart van de paashaas.
Stap 7
Vul het zakje met je zelfgemaakte koekjes.
Stap 8
Knoop het zakje met raffiatouw dicht aan de oren. Ziezo, nu kan je iemand superblij maken met een lekker zakje van de paashaas.
Tip: je kan dit zakje natuurlijk ook vullen met heerlijke paaseitjes.