Achel: eigenzinnig trappistenbier
Een geliefde smokkelroute voor boter, een vluchtweg tijdens de Eerste Wereldoorlog … De Belgisch-Nederlandse grens loopt dwars door het domein van De Achelse Kluis en dat zorgde weleens voor aparte taferelen. Het maakte zelfs bijna een einde aan de brouwtraditie van deze statige trappistenabdij. Onze aankoper Koen en bierconsulent Jo wilden er het fijne van weten.
Zonder de kennis en het vakmanschap van de broeders was Achel niet het topproduct dat het vandaag is.
Abdij zonder bier
With a little help from your friends
De bruine Achel smaakt heerlijk bij stoofpotjes met vlees, zoals een klassieke Vlaamse stoverij of konijn. Achel Blond doet het dan weer heel goed bij mosselen. Door zijn lichte fruitigheid is hij ook een aanrader bij én in desserten, bijvoorbeeld een sabayon.
Hoe het allemaal begon ...
Grensgevallen
De ligging van de abdij, pal op de Belgische-Nederlandse grens, heeft over de eeuwen heen tot heel wat bizarre situaties geleid. Eind 19de eeuw bijvoorbeeld, toen de gouverneur van Vlaanderen een nieuwe wet uitvaardigde die het begraven binnen de abdijmuren verbood. Patrick: “De trappisten van Achel verplaatsten de graven simpelweg naar de andere kant van de grens. Het kerkhof aan de Nederlandse kant is er trouwens nog altijd.” Niet veel later zorgde de Eerste Wereldoorlog voor een wel heel bijzonder tafereel. “De grensstreek rond Achel was een belangrijke vluchtroute naar het neutrale Nederland”, vertelt Patrick. “Dat was tegen de zin van de Duitse bezetter, die een draadversperring langs de grens plaatste. Die liep dwars door de muren van de abdij. Uit angst voor ‘spionage’ verboden ze de broeders in het bezette klooster om te praten met de gevluchte broeders aan de andere kant van de grens.”