Brouwen met 3 granen: vakmanschap bij Brouwerij Bosteels

Bij Brouwerij Bosteels in het Oost-Vlaamse Buggenhout brouwen ze twee kanjers van bieren: het befaamde koetsiersbier Kwak en het originele driegranenbier Tripel Karmeliet. Twee heel verschillende bieren, maar de keuze van het graan heeft bij allebei een grote impact op de smaak. Niet het minst bij Tripel Karmeliet, waar het samenspel van de drie granen voor een fris en tegelijk volmondig bier zorgt.

 

LP_reportage_bosteels_granen.jpg

De combinatie maakt het verschil

“Gerstemout, tarwemout, ruwe tarwe en ruwe haver, dat zit er in een Tripel Karmeliet”, vertelt brouwmeester Hans Van Remoortere. “Elk graan bepaalt mee het karakter van het bier. De basissmaak komt van de gerstemout, want daarvan zit er het meeste in, maar liefst de helft. De tarwemout en de haver geven een ‘cremeus’ karakter aan het bier. Daar komt die ronde, volmondige smaak vandaan. Ruwe tarwe is dan weer een tikje zurig en zorgt voor frisheid. Het is echt de combinatie van de granen die het verschil maakt. We hebben er een tijdje achter gezocht, om die perfecte balans te krijgen tussen frisheid en body. Met Tripel Karmeliet tonen we ons vakmanschap en onze productkennis.”

Ter plaatse geselecteerd

De keuze van de granen is zo belangrijk bij Tripel Karmeliet, dat Hans er speciaal voor naar Frankrijk trekt en de gerst zelf bij de landbouwers selecteert. Hans: “Er zijn weinig brouwers die dat doen. Maar we willen ons brouwproces vanaf het begin controleren, van bij de teelt. Wij kiezen voor gerst met een laag gehalte aan ferulazuur. Dat is een stofje dat planten aanmaken om zich te beschermen tegen externe stressfactoren. Goed voor de plant, maar niet voor ons bier, want bij de vergisting geeft het een kruidnagelsmaak. Een klein beetje kruidigheid kan wel, maar het mag de andere smaken niet overheersen. Dus bekijken we samen met de landbouwers wat de beste rassen zijn. En vragen we hen om de plant gewoon zijn ding te laten doen en niet te veel bestrijdingsmiddelen te gebruiken.” Wanneer Hans de gerst heeft geselecteerd, vertrekt het naar Belgische mouterijen, waar het vermout wordt. En dan kan het brouwproces starten.

 

Het is echt de combinatie van de granen die het verschil maakt bij Tripel Karmeliet.

Brouwmeester Hans Van Remoortere

LP_reportage_bosteels_kwak.jpg

Kwak Amber vs. Kwak Blonde

Ook bij Kwak merk je hoe doorslaggevend de mout is voor de smaak. Hans legt uit: “Kwak Amber bestaat deels uit pilsmout en deels uit Munich-mout, die op hogere temperatuur is gedroogd en lichtjes gekaramelliseerd is. Dat zorgt voor een aroma van zoete karamel en een typische biscuitsmaak. De toetsen van rood fruit komen van de Belgische hop. Door de combinatie van de biscuit en het rood fruit proef je een beetje sinaasappelmarmelade in het bier. Voor Kwak Blonde gebruiken we alleen pilsmout. De zoete karamel van de Munich-mout ontbreekt hier volledig, waardoor de hoparoma’s beter kunnen doorkomen. En dan krijg je een hoppiger bier.”

Een brouwerij ouder dan België zelf

Al meer dan 200 jaar en 7 generaties lang is de brouwerij in handen van de familie Bosteels. In 1791 kocht Jean-Baptiste Bosteels een boerderij in Buggenhout, op de plek waar nu de brouwerij staat. Brouwen deed hij er niet, want hij was arts van beroep. De eerste brouwactiviteiten staan op naam van zijn zonen Evarist en Joseph. Zij teelden graan op de boerderij en maakten er brood en bier van.

Onder de derde generatie werd de familie steeds welvarender. Jan Frans Bosteels liet een prachtige villa met paardenstallen en een Engelse parktuin optrekken aan de brouwerij. De architect was niemand minder dan Louis Minard, die de Minardschouwburg in Gent ontwierp. De stallen staan er vandaag nog altijd, maar ze zijn omgebouwd tot laboratoria. Er worden onder meer microbiologische controles uitgevoerd.

Moeilijke oorlogsjaren en 2 nieuwe bieren

De Eerste Wereldoorlog brak uit en de volgende telg, Leon Bosteels, loodste de brouwerij doorheen die moeilijke jaren. In de jaren 20 liet hij een moderne brouwerij bouwen. Het hoge bakstenen gebouw met betonnen tussenpilaren was een van de modernste gebouwen in die tijd. Vandaag staat het geklasseerd als industrieel erfgoed.

Antoine Bosteels sr. was burgemeester van Buggenhout tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij kon de brouwerij draaiende houden doorheen de Duitse bezetting. Ondanks de economische moeilijkheden liet hij na de oorlog een gloednieuwe brouwzaal zetten. De koperen brouwketel uit 1953 is nog altijd in gebruik.

Antoines zoon Ivo lanceerde in de jaren 80 het iconische koetsiersbier Kwak. In de jaren 90 voegde Antoine jr. daar Tripel Karmeliet aan toe. Hun passie en vakmanschap maakten de brouwerij tot wat ze vandaag is.