Gemarineerde everzwijnfilet

Bereiding

1. Voorbereiding:

2. Leg de diepgevroren everzwijnfilet in een grote kom en verdeel er de diepgevroren soepgroenten rond. Voeg peper toe, samen met de kruidnagel, de jeneverbessen (plet ze tussen 2 eetl.), de tijm en het blaadje laurier. Giet er 1 eetl. rodewijnazijn en de rode wijn over. Laat het vlees hierin marineren gedurende 12 u op een koele plek. Draai het af en toe eens om.

3. Bereiding:

4. Haal de everzwijnfilet uit de marinade en dep goed droog.

5. Smelt 2 eetl. boter in een braadpan en kleur de filet aan alle kanten goudbruin. Giet er een beetje marinadevocht bij, dek af en laat ± 25 à 30 min. bakken. Giet er tussenin nog wat marinadevocht bij zodat het vlees niet aanbakt.

6. Schep ondertussen de groenten uit de marinade. Smelt 1 eetl. boter in een steelpan en laat de marinadegroenten al roerend even stoven. Giet er het marinadevocht bij. Laat 10 min. goed doorkoken. Giet door een zeef en vang het vocht op.

7. Kruid het vlees met peper en zout zodra het gaar is (het mag nog lichtrozig zijn). Haal uit de pan en hou warm onder aluminiumfolie.

8. Giet ongeveer de helft (afhankelijk van of u veel of minder saus wil) van de gezeefde marinade in de pan en schraap de braadresten los met een houten spatel. Laat even goed doorkoken en bind lichtjes met instantsausbinder.

9. Laat de portogelei smelten in de saus. Neem de pan van het vuur en klop er met de garde nog 1 eetl. koude boter door. Breng indien nodig verder op smaak met peper en zout.

10. Afwerking:

11. Snij het vlees in fijne sneetjes en -lepel er wat saus rond. Dien op met aardappelkroketjes en gebakken oesterzwammen of boschampignons en een appeltje gevuld met veenbessencompote.