- Bewaar

- Bewaar
Kramiek
-
Ingrediënten
-
Bereiding
Voedingswaarden per persoon
Kookstand
Bereiding
-
Bereiding:
-
Doe 800 g bloem in een grote mengkom en meng er de rozijnen onder. Maak in het midden een kuiltje. Verdeel 100 g boter in kleine stukjes en doe ze in het kuiltje. Strooi wat zout langs de randen van het kuiltje.
-
Meng de lauwe melk met 2 dl lauw water en los er de gist in op. Roer er de suiker onder en giet het mengsel in het kuiltje (zo komt de gist niet rechtstreeks in contact met het zout op de randen). Kluts het ei, hou 1 à 2 eetl. ervan opzij voor de afwerking en giet de rest in het kuiltje.
-
Begin te kneden vanuit het kuiltje en verwerk telkens wat meer bloem. Kneed tot een elastisch deeg dat net niet aan de vingers kleeft. Voeg nog wat lauw water toe als het deeg te droog is of een snuifje bloem als het te vochtig is.
-
Dek af met een vochtige keukenhanddoek en laat 30 min. rijzen op een tochtvrije, warme plaats.
-
Bestrijk 2 bakvormen telkens met 1 koffiel. boter en bestrooi met 1 koffiel. bloem. Kneed het deeg opnieuw goed en verdeel in 2 porties. Leg in de bakvormen en dek opnieuw af met een vochtige keukenhanddoek. Laat nog 30 min. rijzen.
-
Verwarm de oven voor op 180 °C.
-
Bestrijk de broden met de rest van het ei en bak ze 40 à 45 min. in de voorverwarmde oven. Ga na of het brood gaar is: als u op de onderkant van het brood klopt, moet het hol klinken.
- U kan met het deeg ook kleinere broodjes vormen. Met de opgegeven hoeveelheden bakt u zo'n 5 à 6 broodjes. Of laat uw inspiratie werken en vorm mannetjes, een poes, een vlecht … - U kan dit brood gerust invriezen. Kramiek In België noemen we krentenbrood `kramiek'. De herkomst van het woord is niet zeker, maar het zou dateren uit de 14de eeuw. Toen werd op kloosterbrood `crede mihi' gedrukt, Latijn voor `geloof mij'.
-
Bereiding
-
Voedingswaarden
Kookstand
Bereiding
-
Bereiding:
-
Doe 800 g bloem in een grote mengkom en meng er de rozijnen onder. Maak in het midden een kuiltje. Verdeel 100 g boter in kleine stukjes en doe ze in het kuiltje. Strooi wat zout langs de randen van het kuiltje.
-
Meng de lauwe melk met 2 dl lauw water en los er de gist in op. Roer er de suiker onder en giet het mengsel in het kuiltje (zo komt de gist niet rechtstreeks in contact met het zout op de randen). Kluts het ei, hou 1 à 2 eetl. ervan opzij voor de afwerking en giet de rest in het kuiltje.
-
Begin te kneden vanuit het kuiltje en verwerk telkens wat meer bloem. Kneed tot een elastisch deeg dat net niet aan de vingers kleeft. Voeg nog wat lauw water toe als het deeg te droog is of een snuifje bloem als het te vochtig is.
-
Dek af met een vochtige keukenhanddoek en laat 30 min. rijzen op een tochtvrije, warme plaats.
-
Bestrijk 2 bakvormen telkens met 1 koffiel. boter en bestrooi met 1 koffiel. bloem. Kneed het deeg opnieuw goed en verdeel in 2 porties. Leg in de bakvormen en dek opnieuw af met een vochtige keukenhanddoek. Laat nog 30 min. rijzen.
-
Verwarm de oven voor op 180 °C.
-
Bestrijk de broden met de rest van het ei en bak ze 40 à 45 min. in de voorverwarmde oven. Ga na of het brood gaar is: als u op de onderkant van het brood klopt, moet het hol klinken.
- U kan met het deeg ook kleinere broodjes vormen. Met de opgegeven hoeveelheden bakt u zo'n 5 à 6 broodjes. Of laat uw inspiratie werken en vorm mannetjes, een poes, een vlecht … - U kan dit brood gerust invriezen. Kramiek In België noemen we krentenbrood `kramiek'. De herkomst van het woord is niet zeker, maar het zou dateren uit de 14de eeuw. Toen werd op kloosterbrood `crede mihi' gedrukt, Latijn voor `geloof mij'.