Venkel, lekker veelzijdig

Al vijf generaties lang geeft de familie Van den Eynde de knepen van de groenteteelt door van vader op zoon. Intussen is het ook al zo’n 30 jaar dat moeder Greta, vader Willy en later ook zoon Koen venkel telen, een groente die je eerder in Zuid-Europa verwacht. En dat doen ze met veel passie. We gingen op bezoek in Sint-Katelijne-Waver en lieten ons verleiden door de heerlijke anijsgeur rond het venkelveld.

venkel_reportage_body.png

Planten op aarden bedden

De venkelteelt begint in mei en duurt tot oktober: eerst een drietal weken in serres, vanaf daarna in de volle grond. Heel die periode verzorgt Koen zijn groenten tot in de puntjes. “In het begin van het seizoen maken we op het veld bedden van aarde. Daardoor warmt de grond sneller op en vermijden we dat er waterplassen blijven staan”, zegt Koen. “Bij het planten boren we gaten in de bedden. Daarin stoppen we de scheutjes zodat de stam goed beschermd is en de wortel niet uitdroogt.”

Geteeld met zorg

Venkeltelers moeten met veel factoren rekening houden. Koen: “Voor een goede kwaliteit en optimale smaak mag de groente niet te snel groeien. De ideale temperatuur voor een mooi gevormde knol ligt tussen 12 en 24 °C. En er is veel vocht nodig. Daarom besproeien we ze bij warm weer met water.”

Vakkundig geoogst

Na 2 à 2,5 maand is een venkel oogstrijp. “Een mooi volgroeide venkel heeft een stevige, gesloten, stralend witte knol en fris groen loof”, vertelt Koen. “Op warme zomerdagen staan we op om 5 uur ’s morgens om voor het krieken van de dag te oogsten. Zo behoudt de venkel zijn lekker frisse smaak. Alles gebeurt met de hand: we nemen het buitenste blad weg, snijden het loof kort en spoelen de knollen in koud water.”