Koolvis met witloof en selderroom

Bereiding

1. Voorbereiding:

2. Laat de koolvishaasjes oppervlakkig ontdooien. Dep goed droog.

3. Snij de bladeren van de selder. (De stengels hebt u niet nodig, maar u kan ze bewaren voor een ander gerecht, bv. soep of selder in bechamelsaus.)

4. Breng de wijn samen met de visfond aan de kook in een steelpan. Neem van het vuur en voeg de selderblaadjes toe (hou 4 blaadjes apart voor de versiering). Dek af en laat minstens 45 min. trekken. Giet door een zeef en zet de selderbouillon koel weg.

5. Snij intussen het witloof in de lengte in 2, verwijder de harde kern en snij in lange repen.

6. Bereiding:

7. Smelt 1 eetl. boter in een grote pan en bak de spekblokjes kort bruin. Voeg het witloof toe en laat onafgedekt 15 à 20 min. zachtjes verder bakken. Roer regelmatig.

8. Snipper ondertussen het bieslook fijn en strooi op het einde over het witloof. Kruid met peper.

9. Verhit de olijfolie en 1 eetl. boter in een pan. Bak de koolvishaasjes ± 10 min. op een matig vuur. Draai om en bak nog ± 10 min. (afhankelijk van de dikte van de vis, de binnenkant moet helder wit zijn). Kruid met peper en zout.

10. Haal de koolvis voorzichtig uit de pan. Maak de braadresten los met wat selderbouillon en giet door een zeef bij de rest van de bouillon.

11. Giet de selderbouillon vervolgens in de pan van de vis en voeg de lichte room toe. Laat even inkoken. Bind de saus lichtjes met instantsausbinder. Kruid met peper en zout.

12. Afwerking:

13. Verdeel de koolvis en het witloof met spekjes over de borden. Lepel wat selderroom over de vis en dien de rest apart op. Versier met een blaadje selder. Serveer met gekookte aardappelen.