Varkensgebraad met blond abdijbier en ham

Bereiding

1. Snipper de ui en het witloof fijn.

2. Verhit de boter in een braadpan en bak het gebraad aan alle kanten goudbruin.

3. Giet 1/4 flesje bier in de pan. Voeg het in vieren gesneden knoflookteentje en de geplette jeneverbessen toe en kruid met tijm en laurier. Laat afgedekt 50 à 60 min. zachtjes gaar worden. Draai het vlees tussenin eens om en voeg nog wat bier toe.

4. Intussen bereidt u het witloofkonfijt: smelt 2 eetl. boter in een kookpot en stoof er de gesnipperde ui glazig in (niet laten kleuren).

5. Voeg het gesnipperde witloof toe. Kruid met nootmuskaat, peper en zout en giet er 1 dl bier bij. Dek af en laat ± 20 min. zachtjes gaar worden. Roer er 1 eetl. bruine suiker door.

6. Snij de ham middendoor. Lepel op elk stuk wat witloofkonfijt. Rol op tot een hoorntje. Dek af en hou warm.

7. Als het vlees gaar is, kruidt u het met peper en zout. Neem het vlees uit de pan en hou warm.

8. Giet de rest van het bier in de pan en schraap de braadresten goed los. Smelt 1 eetl. Luikse siroop in de saus en bind met instantsausbinder voor bruine saus. Zeef de saus en breng indien nodig op smaak met peper en zout.

9. Schik 2 hamhoorntjes en enkele sneetjes gebraad op elk bord. Geef er de saus en de rest van het witloof apart bij en serveer met kroketjes of aardappelnootjes.