In de 19de eeuw stuurde de abdij Notre-Dame de la Grande Trappe vanuit Normandië monniken uit om over heel Europa trappistenkloosters te stichten. Een handvol trappistenmonniken kwam in het Nederlandse Berkel-Enschot terecht en richtte er in 1881 de abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven op. Drie jaar later maakten ze al hun eigen bier. Op diezelfde plek wordt vandaag het trappistenbier La Trappe gebrouwen, genoemd naar de Franse abdij waar het allemaal begon.

Wat Westmalle is voor België, is La Trappe voor Nederland. Westmalle vond dan wel de oertripel uit, maar de allereerste quadrupel ter wereld vloeide in 1991 uit de brouwketels van La Trappe. In 2006 werden de bieren van La Trappe officieel erkend als trappistenbier. Een primeur voor Nederland.

Deze benamingen stammen uit het kloosterleven. In de vastentijd mochten de monniken niet eten, maar wel drinken. Dus maakten ze hun ‘vloeibare boterham’ zo voedzaam mogelijk, door de grondstoffen bij het brouwen te verdubbelen. Deze ‘dubbel’ was een stuk zwaarder en voedzamer dan hun tafelbier. Een ‘tripel’ bevatte 3 keer zoveel grondstoffen. La Trappe zette die traditie voort en ontwikkelde de ‘quadrupel’, met een viervoud aan grondstoffen.

De quadrupel van La Trappe is een amberkleurig bier met een stevig alcoholpercentage van 10 % en een volle, moutige smaak met toetsen van dadel en karamel.

Door de toetsen van karamel, dadel en amandel is de quadrupel heerlijk bij zoete desserten, maar ook bij sterke kazen, zoals blauwgeaderde kaas. Bij én in een wildstoofpotje is hij echt top. En ook bij rood vlees met een rijke saus doet hij het goed.

In 2018 won deze krachtpatser de European Beer Star Award in de categorie ‘Ultra Strong Beer’. Een straf bier in elke betekenis van het woord.