“De passie voor de groenteteelt heb ik geërfd van mijn vader”, zegt Jan, die nu samen met zijn broer en zus een kwekerij van aubergines runt in Vremde bij Antwerpen. “Hij teelde jarenlang tomaten en sla, en wij mochten van jongs af helpen. Zo leerden we de knepen van het vak.” In 1993 werd het tijd voor iets anders en koos Jan voor aubergines: “Dat was toen nog vrij nieuw in onze streken, maar dankzij onze ervaring werd deze omschakeling toch een succes. Vandaag, 27 jaar later, hebben we een aubergineplantage van 7,5 hectare.”

Om kwaliteitsvolle groenten te telen, maakt Jan zoveel mogelijk gebruik van de natuur. Bv. voor de bestuiving. Jan: “We planten half december en begin januari verschijnen de eerste bloempjes. Hoewel de aubergineplant zelfbestuivend is, zetten we toch bijen in voor de bevruchting. Zij zetten dan het stuifmeel over van bloem tot bloem. Dat gaat sneller en geeft een beter resultaat.”

De aubergine is een subtropische plant, die vraagt om een warm en vochtig klimaat. Voldoende zonlicht, warmte en water met voedingsstoffen zorgen dan ook voor mooie, donkere en stevige aubergines. “Oogsten kan van half februari tot half november”, vertelt Jan. “Daarbij gaan we in verschillende plukbeurten te werk. Alleen de perfect rijpe vruchten worden geoogst. Om de aubergines niet te beschadigen, trekken we ze niet van de takken, maar knippen we ze af met een schaartje.”

Na de oogst worden de aubergines onderworpen aan een paar vakmansogen en -handen, die de vorm en de kleur checken. Zo komen alleen de beste aubergines in jouw Colruyt-winkel terecht.