Rosbief met groentepannetje en dragonroom

Bereiding

1. Los het/de bouillonblokje(s) op in heet water.

2. Bereiding:

3. Verwarm de oven voor op 180 °C.

4. Snij de snijbonen in gelijke schuine stukjes van 2 à 3 cm. Snij de ongeschilde raapjes in 2 en daarna in gelijke halvemaantjes. Kook de bonen en de raapjes 2 min. onafgedekt gaar in lichtgezouten water. Giet af en spoel onder koud stromend water.

5. Smelt 1 eetl. boter in een braadpan en bak de rosbief aan alle kanten goudbruin. Leg in een ovenschotel en kruid met peper en zout. Blus de braadpan met 1 dl water, schraap de braadresten los en giet bij de rosbief. Bak 25 min. in de voorverwarmde oven.

6. Kook intussen de krielaardappelen 25 min. gaar in de schil in lichtgezouten water. Giet af en snij in de lengte middendoor of in 4, naargelang de dikte.

7. Snipper de sjalotten fijn. Doe samen met de rode wijn, de vleesbouillon, de tijm en het laurierblaadje in een steelpannetje en kook 10 min. op een hoog vuur. Giet er op het einde het braadvocht van het vlees bij. Verwijder het laurierblaadje, haal van het vuur en klop 1 eetl. koude boter onder de saus. Hou warm.

8. Snipper ondertussen het knoflook fijn en snij de courgette in gelijke staafjes van 1 cm breed. Smelt 1 eetl. boter in de braadpan van het vlees en bak het knoflook en de courgettestaafjes 3 min. Voeg de snijbonen en raapjes toe en warm alles nog even op. Breng op smaak met peper en zout.

9. Snipper de dragon fijn en meng onder de zure room. Kruid met peper en zout.

10. Afwerking:

11. Snij de rosbief in sneetjes, verdeel over de borden en lepel er de sjalotsaus over. Geef er de groenten en de krielaardappelen bij. Lepel een toefje dragonroom op de aardappelen.